irchus de Klangalchemist Lost Op in Porto Cariolux: De Ontbinding van het Kosmische Resonantiegordijn
De legendarische klanktovenaar Zirchus de Klangalchemist is op mysterieuze wijze ontbonden in Porto Cariolux. Zijn exit laat een stilte na waarin muziek zelf lijkt te zoeken naar betekenis, terwijl bewoners van Tropylonia Omega zich afvragen of harmonie nog ooit hetzelfde klinkt.
Op stardate 4422.257 is Porto Cariolux wakker geworden in een stilte die het universum niet kende. Zirchus de Klangalchemist, de legendarische klankarchitect en sonore tovenaar van Tropylonia Omega, is voorgoed verdwenen. In de vroege ochtend werd in het Medisch Poortcentrum aan de nevelzijde van Porto Cariolux zijn wolkachtige essentie officieel ontbonden verklaard. Getuigen meldden dat op het exacte moment van zijn versmelting een gordijn van trillend albino-licht en flarden knisperende muziek over de faveloïden trok. Familieleden, klankingenieurs en student-wolken verzamelden zich in zwijgende processie rond het fenomeen, terwijl auditieve projecties van Zirchus’ laatste improvisaties samenklonterden tot een plechtig slotakkoord.
Zirchus, geboren in een van de archaïsche moerasclusters van Corioles IV, wist aan een bestaan in de bio-kristalmijnen te ontsnappen dankzij zijn aangeboren klankgevoeligheid en uitzonderlijk albino-membraan, dat zonlicht steevast meed. Met een zelfgebouwde sonische wervel begon hij geluid te ontfutselen aan alles, van smeltende kwantumflessen tot het gegrom van mechanische schrootdieren. Niets bleef veilig voor zijn transformatorische magie – zijn beruchte uitvoeringen in Mokoria Delta en de intergalactische faveloïde-arenas staan geregistreerd als incidenten van 'onvoorspelbare verstoring van electromagnetische flora'.
Tijdens zijn carrière won Zirchus driemaal de felbegeerde Aurachorda van Tropylonia, en verbond zijn wisselende klank tot collectieven met andere legendes, zoals de even ongrijpbare toonspiraalmeester Qyrios Flux. Zelfs geroemde klankcommissies faalden zijn experimenten te classificeren; zijn werken zwalpten tussen pulsar-jazz, circuit-folk en pure disharmonie. Binnen en buiten Porto Cariolux stond hij bekend als de Klangtovenaar: door vrijwel elk object tot muziek te verleiden, van servobekers tot levende nano-hertjes, veranderde hij het klanklandschap met grillige hand vanzelf tot een chaos die inspireerde en beangstigde.
Zijn allerlaatste publieke verschijning, kort voor de ontbinding, vond plaats in de verlichte luchtkubus van Mokoria Delta. Daar bracht hij zijn sonore stoet langs duizend pulserende grachten, in een samenspel dat de coderingen van lokale botsauto’s permanent herprogrammeerde. De publieke verspreiding van zijn laatste tril-composities veroorzaakte in Porto Cariolux een spontane swap van herinneringspatronen tussen tientallen feestgangers, wat het Carnaval der Identiteiten een nieuwe impuls gaf.