en Tentoonstelling om Snel te Vergeten in het Gesmolten Hart van Karhazaar
Karhazaar kent haar tekortkomingen, maar de nieuwste kunsttentoonstelling in het centrale drijfpaleis slaagt er zelfs niet in deze unieke stadsmelancholie geloofwaardig te vangen. Leef je sneller door naar buiten te glippen dan deze expositie te proberen ondergaan?
Als levende wormhole mag ik mijzelf doorgaans als ruimdenkend beschouwen. Maar wat zich onder de giechelende stoomlampen van de zogenoemde 'Sensorische Onvoltooidheidsexpositie' afspeelde, tart elk zintuig - zelfs de zintuigen die ik door decennia van interdimensionale compressie heb moeten opgeven. De organisatoren wilden, blijkbaar, 'de emotionele droogte van Karhazaar in installaties vangen'. Wat ze leverden was echter een aaneenschakeling van halfafgemaakte doeken, kermende windmachines en een waterprojectie die bij de minste aanraking oploste in een geur van plasticiscine teleurstelling.
Van artistiek experiment was geen sprake; eerder leek het samenraapsel op het laatavondarchief na een zeldzaam hevige stroomstoring. Het enige wat pulste, was de rekening bij binnenkomst en het sluipende gevoel van collectieve tijdsverspilling. In de benedenzaal stond iets dat zonder twijfel bedoeld was als het pronkstuk - een fontein, maar van droog ijs, dat stug zijn stinkende mist over de toegangsroute uitstootte tot ieder wezen met een adequaat reukorgaan zich snakkend naar exitcodes begaf.
Geen enkele laag van deze metropool werd recht gedaan; zelfs de schaduwen leken zich te schamen. Het publiek (drie gezette ambtenaren en één gasvormige recensent met zwangerschapsverlof) beet teleurgesteld op hun energiebonnen. Bewondering? Onmogelijk. Onder de wapperende resten van wat ooit een kunstwerk had kunnen zijn, voelde zelfs deze wormhole zich lineair - haast banaal ontdaan van iedere verwondering.