tamelen door Stoom: De Rookvaarder Mark IV Beproefd op Textilonova Delta
Op Textilonova Delta botst het industriële erfgoed met hypermoderne popcultuur – de ideale plek om de veelbesproken Rookvaarder Mark IV aan een kritische beproeving te onderwerpen. Helaas bleek niet elke echo op deze planeet even fraai.
Mijn auditieve contouren baadden nog in de meta-akoestiek van het Stabilisatiedok toen de Rookvaarder Mark IV eindelijk arriveerde, schommelend op haar fluisterstille stroomkussens. Textilonova Delta, waar elk geluid een echo met geheugen is, was niet bepaald onder de indruk. De eerste indruk? De Mark IV stak schril af bij het industriële spektakel van dampende weefgetouwen en netten van prisma-glasvezel. Haar romp, gehuld in semi-cybernetisch linnen, oogde goedkoop naast de Victoriaanse dampkoepels. Het opstartgeluid leek meer op een astmatische duizendpoot dan op het zelfverzekerde gebrom van een gezaghebbend schip.
De vaart rondom de kobaltblauwe kanalen verliep op z'n zachtst gezegd stroperig. De besturingsinterface – zo beloofden de brochures – zou intuïtief spreken met elk bewustzijn, menselijk of anderszins. Helaas snapte mijn echo-identiteit er weinig van, en zelfs een kortsluiting in het holografisch bedieningspaneel kon niet verhullen dat snelheid en wendbaarheid ernstig te wensen overlieten. Positieve noot: de Mark IV beschikte over een acceptabele geluidsisolatie, een zegen in deze planeetstad vol datafabrieken met sonische overspraak.
Toch, te midden van alle tekortkomingen, vond ik een licht puntje: het panoramisch uitzicht vanuit de kapiteinskoepel. Door het glasvezelfilter leek de neonvervuiling van Textilonova Delta haast esthetisch, iets wat maar weinig vaartuigen voor elkaar krijgen. Maar zodra de Mark IV moest aanleggen bij een van de drijvende spoelhavens, zakte haar landingsgestel door het platform als een vergeten echo in de kanalen – men mag hopen dat dit enkel modelgebonden was, maar de schippersmuizen lachten mij minzaam toe.