ctiegroep Nabijheidscollecte eist antwoorden op Smaragdsluis-breuk: ‘Niemand luisterde naar de lichtsignalen’
Langs de verbrande resten van de Monoliet van Randschouw groeit de roep om antwoorden vrijwel net zo snel als de stapels vergeten archiefbanden. Familieleden van gevallen grenswachten eisen eindelijk onderzoek naar de Smaragdsluis-breuk - en stuiten iedere keer op een muur van protocol en politici met stalen gezichten.
Stardate 4422.280 - Twee omwentelingen na De Breuk van de Smaragdsluis blijven de echo’s aanzwellen in de Beloofde Sectoren. Familieleden van omgekomen grenswachten, gijzelnemers en andere overlevenden van de nacht waarin de Orde van de Vlamzonen de grens doorbrak, eisen eindelijk helderheid over de fatale fouten van die dag. Waarom bleef ingrijpen door De Garde van de Ironeidische Schemer uit? En hoe kon het dat waarschuwingspulsen van de spotters op de Monoliet van Randschouw maandenlang werden genegeerd door commandanten in Bastion Randspier?
Onder aanvoering van Talgar de Echozoeker (die zijn dochterlijke herinneringscel verloor in de vlammen van het observatieprisma) verzamelen rouwende nabestaanden zich langs het zwartgeblakerde veld. Talgar wijst op de plek waar Nimra van de Waakvlamstand haar laatste waarschuwingslicht uitzond - een helder signaal, noodgedwongen herhaald, verzonden door alle kanalen, maar in het collectief geheugen van de Garde opgelost als mist in de schaduwzaal.
Al maanden circuleren stukken van audiofragmenten waarin spotters versterking vragen. ‘Vier vlamzonen door plasmahek. Bevestig ontvangst,’ klinkt Nimra’s stem, dof weggedrukt door protocolruis. Maar bevelen kwamen niet, hulp bleef uit, en nog voor het eerste systeemschot werden de observatiepanelen van de Monoliet verslonden door vuur. Voor de aanwezige spotters kwam elke respons te laat.
De Raad van Hala-Core, geleid door Bibbe Nethurion van de Beloofde Sectoren, weigert tot nu toe de oprichting van een onderzoekseenheid onder het vaandel van het Concilie van de Eindeloze Echo. Officieel is ‘de uitwringing van Rahmascheur’ nog gaande, te vroeg voor publieke reflectie - maar critici vermoeden dat Bibbe Nethurion uitsluitend wetswijzigingen wenst die hem greep op de samenstelling van een onderzoekscollectief geven. Voor nabestaanden als Talgar en de volledige Nabijheidscollecte van de Glasarchieven is dit onaanvaardbaar: ‘Ze willen zelf kiezen wie hen onderzoekt. Maar het zijn juist hun handelingen en nalatigheden die onder loep moeten.’
Aan de grenzen van Bastion Randspier groeien de kleerhangers met lichtbeelden, een informele gedenkplaats tussen de scherven van de observatiepost. Intussen zwelt de roep om onafhankelijk onderzoek aan tot collectieve zang. De angst is groot dat herinneringen vervagen, getuigen verdwijnen, ordes oplossen in het archiefstof van Hala-Core. ‘We tolereren geen stilte meer - elke vraag blijft branden tot het protocol barst,’ aldus Talgar.